Monumentale trappen, ik vind daar wat van.
Nee, dat klinkt heel onaardig, want trappen vind ik geweldig!
November 2014 schreef ik er al eens een blog over voor de Erfgoedstem, over mijn liefde voor trappen.
Oude liefde
Toen ik in 2010 begon met monumenten fotograferen wist ik dat ik van details hield; deurklinken, schakelaars, plafondornamenten en nog veel andere details. Wat ik toen nog niet wist was hoe mooi trappen kunnen zijn.
Zoals je in het blog kunt lezen was het tijdens het maken van mijn eerste boek over monumenten in de gemeente Brummen, dat ik ontdekte hoe bijzonder trappen kunnen zijn in monumentale panden.
Ik zeg bewust ‘kunnen zijn’, want inmiddels een flink aantal jaren verder, ontdekte ik dat niet alle monumenten bijzondere trappen hebben. Wat natuurlijk wel kan is dat ze bijzondere trappen hebben gehad (maar dat heb ik niet nagevraagd).
Waarom zijn trappen zo bijzonder?
Trappen zijn letterlijk de verbinding tussen twee verdiepingen, soms zijn er meer trappen, als er meer verdiepingen zijn. Zover is logisch maar niet heel spectaculair. Een soort van noodzakelijk, we kunnen niet zonder. En dat gevoel heb je snel in nieuwere woningen (lees: na WO2)
Het is een functioneel onderdeel, zo makkelijk en snel mogelijk naar boven, vaak ook een beetje weggestopt. Vooral geen aandacht aan geven.
Maar er zijn tijden geweest dat men daar anders over dacht. Dan was de trap haast letterlijk, het hart van het huis. Het verbond niet alleen twee verdiepingen, maar daarmee ook de verschillende kamers op die verdiepingen. Zeker als er een galerij rondom die trap was.
Ik liet mij voor het magazine ‘Léontine, de Monumentenfotograaf’ fotograferen op een trap. Een prachtige trap in een grote buitenplaats. De trap stond ooit letterlijk in het midden van het huis, later is er een verbouwing geweest en is de trap naar de zijkant verplaatst. Het was gelukkig wel een indrukwekkende trap gebleven.
Hoogteverschil
Trappen geven dus letterlijk hoogte verschil. Bij monumentale trappen (met galerij) kun je letterlijk van boven naar beneden kijken en vise versa. Dat vind ik zo leuk en bijzonder. Je kunt het pand op verschillende manieren anders ervaren.
Die ervaring doe je, vind ik, vooral op als je de trap niet alleen gebruikt om je te verplaatsen, maar ook als je er op gaat zitten. Zo’n trap als je hieronder ziet, ik zit daar graag op. Het liefst bovenaan. Dan kan ik alles mooi overzien, zie wat er eventueel beneden gebeurd en geeft letterlijk een ander perspectief. Natuurlijk kan je ook beneden gaan zitten en dan naar boven kijken, ik doe dat minder graag. (Misschien omdat ik niet zo heel groot ben en al snel naar boven kijk?)
Details
Met een beetje geluk hebben de monumentale trappen ook mooi houtsnijwerk. Prachtige details van houtsnijwerk langs de rand, en/of mooie lambrisering. Kortom, je kijkt je ogen uit.
Op deze foto rechts zat ik dan wel vrij laag op de trap. Maar ja, ik wilde de fotografe ook graag in de ogen kijken. Daarbij krijg je nu een beter beeld hoe indrukwekkend deze trap is.
Deze foto (en die van de header) maakte Elly Vreugd van mij
.