Molenstraat 3, Eerbeek

Eerbeek

In dit boek staan maar weinig huizen uit Eerbeek, het zijn er welgeteld twee. Dat heeft zijn oorzaak in het feit dat Eerbeek pas tamelijk recent gegroeid is; daarom zijn er in tegenstelling tot in Brummen nauwelijks negentiende-eeuwse woonhuizen. Er staan wel veel oude boerderijen, maar weinig gemeentelijke monumenten, laat staan rijksmonumenten. Des te blijer zijn we dat we dit bijzondere huis aan u kunnen voorstellen. De Molenstraat is een van de oudste straten van Eerbeek, die er al lag in de zeventiende eeuw.

Meester Jan

Het huis aan de Molenstraat 3 is rond 1890 gebouwd voor meester Jan Pannekoek (1852-1948), bovenmeester van de eerste school in Eerbeek. Het huis staat op de kadastrale kaart van 1892 al ingetekend volgens de huidige plattegrond, en de letters J.P. zijn er in geschreven. Toch zijn er misschien in 1904 nog belangrijke veranderingen in het huis aangebracht. Daarop wijzen een steen onder het keukenraam en een inscriptie in een balk op zolder waar 1904 als datum wordt genoemd.

Het huis is in principe symmetrisch opgezet, met een centrale gang en gespiegelde kamers aan de voorkant. Ooit was in het achterste deel een stal voor kleinvee, zoals geiten. Je kunt dat nog zien aan het halfronde stalraampje en aan het geitenluikje in de huidige wc. De bovenverdieping werd voor een groot deel gebruikt als hooizolder. Daarop wijst ook het hoogteverschil tussen voor- en achterkant op de bovenste etage, dat nu door een trapje van drie treden wordt overbrugd.

Een moestuin en twee hulpsinterklazen

Meester Jan Pannekoek hield van de natuur en wist veel van bijen. Hij was samen met professor Weber van Huis te Eerbeek en de broers Plant oprichter van de Eerbeekse honing- en bijenmarkt. Hij was getrouwd met Johanna Iprenburg. Ze kregen wel 8 kinderen, waarvan enkele al vroeg overleden; Johanna overleed zelf in 1901, 52 jaar oud. Vier van de (grote) kinderen hebben op de Molenstraat gewoond. Na de dood van mevrouw Pannekoek woonden er zo nu en dan hulponderwijzers bij Meester Pannekoek en zijn dochter in huis.
Veel informatie over de geschiedenis van de eerste bewoner hebben de huidige eigenaars gekregen van hun buurvrouwen, de dames Zandbergen en Tabor, waarvan er een al sinds 1920 op Molenstraat 1 woont. Zo weten we dat meester Pannekoek heel graag tuinierde. Hij had een heel groot stuk grond tot zijn beschikking, waar hij ook een flinke moestuin in had. Om die tuin ruimschoots van water te kunnen voorzien heeft hij zelfs een sloot laten graven die in een u-vorm om de hele tuin heen voerde. Daarop wijst nog de dubbele bomenrij die er langs is geplant. Begin jaren ’70 is het achterste deel van de grond geschonken aan het bestuur van woonzorgcentrum de Beekwal. Aan de rechterkant is tussen de rij bomen nu een voetpad gemaakt.

Een aardige anekdote laat zien hoe de geschiedenis zich soms herhaalt. Meester Pannekoek werd altijd als hulpsinterklaas ingezet. En het toeval wil dat ook de huidige bewoner een aantal jaren werd gevraagd om hulpsinterklaas te zijn voor de Triangel, de school van zijn dochter. Tegelijkertijd met hem werd ook de hulpsinterklaas voor De Enk geschminkt aan de eettafel in het oude huis van meester Pannekoek. Gelukkig is de voordeur zo hoog dat de mijters er gemakkelijk onderdoor konden.

Kleine ruimtes

In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw was het huis eigendom van papierfabriek Sanders (tegenwoordig Mayr-Melnhof). Het huis werd verhuurd, onder andere aan de boekhouder Bertus van ‘t Hekke sr. Bertus jr. heeft zijn geboortehuis in 1986 van Sanders gekocht.
De huidige bewoners hebben het huis in 1992 gekocht. Ze woonden op dat moment in Frankrijk en hadden maar kort de tijd om de beslissing te nemen. Ze vielen met name voor de charmante buitenkant en de tuin. De binnenkant was echter in allerlei kleine ruimtes ingedeeld, wat erg hokkerig aandeed. De benedenverdieping was daardoor vrij donker, met een slaapkamer en een babykamer op de plek van de huidige achterkamer. In de jaren die volgden zijn een aantal belangrijke veranderingen aangebracht die tot gevolg hebben dat er meer licht en ruimte in de woning is gekomen.

En hoe is het nu …

De blinde muur aan de achterzijde van het huis is opengebroken en verbindt nu het huis met de serre via een loopsluisje. Deze serre is ontworpen door Egbert Hoogenberk. De boekenkast die de doorgang omsluit is gemaakt door aannemer Hessel Tabor uit Eerbeek. Tabor heeft ook de serre gebouwd en alle andere verbouwingen aan het huis sinds 1993 met veel liefde voor het ambacht uitgevoerd. Een mooi origineel detail is de schouw in de keuken, waar het fornuis nog steeds staat. De prachtige oude vloertegels in de gang bij de voordeur kwamen op zeker moment onder verschillende lagen vloerbedekking vandaan. In de voorkamer rechts is nog een origineel stucwerkplafond, en ook de ramen in voor- en achterkamer zijn authentiek. Boven zit in een van de slaapkamers een bijzondere scheve muur. Dat scheve is veroorzaakt door de schoorsteen van de schouwen in de voorkamers beneden. Andere originele details zijn bijvoorbeeld een bakelieten lichtknop voor het kelderlicht, de sluitingen van de ramen boven, de houten pen-en-gatverbindingen in de nok van de bovenetage en de trappen naar de kelder en de bovenetage.
De huidige bewoners verheugen zich erop veel meer tijd in het huis te gaan doorbrengen nu ze beiden minder kunnen gaan werken en op het punt staan met pensioen te gaan.

Dit verhaal is ook opgenomen in het boek: “Een kijkje achter de deur van.. monumenten in de gemeente Brummen”.

Te koop via deze site.