Zutphensestraat 92 Brummen, Polderhuis

Rhienderen

Het huis aan de Zutphensestraat 92 is ongeveer in 1820 gebouwd. Het is aangewezen als rijksmonument vanwege de brede raamstijlen en de bijzondere middengevel aan de westkant. Het lag toen het gebouwd werd in het dorp Rhienderen, dat indertijd nog niet aan Brummen was vastgegroeid. Er is een aantal mooie foto’s uit begin 20ste eeuw beschikbaar uit het streekarchief.

Kostschool in buitenverblijf Voortstreven

Opvallend zijn de eenvoudige beroepen van de eerste bewoners. De eerste twee waren dagloner Jan Bos en koperslager Jan Willem van Grol. Daarna was de hoofdbewoner Gerrit Kouwenaar, die er met zijn echtgenote en 4 kinderen woonde. Aanvankelijke was de voorgevel nog anders, met een hoger middendeel en lagere zijkanten. In 1860 werd er een bouwaanvraag ingediend om het hele pand recht omhoog te trekken, zodat het geheel een deftiger voorkomen zou krijgen. Misschien was dit al met het oog op de chique jongenskostschool die erin gevestigd werd in 1863. Kouwenaar zette in dat jaar een advertentie voor het internaat in het Algemeen Handelsblad, waarin het huis Buitenverblijf Voortstreven wordt genoemd.
In 1875 werd het huis verkocht aan behangersknecht Johannes de Wilde, die het bewoonde tot zijn dood in 1896.

Familie Blankenheym

Na de dood van De Wilde werd het pand aangekocht als woonhuis door Paulus Marie Blankenheym (1871-1945), die later kassier was van de Boerenleenbank te Brummen. Nu waren de bewoners wel van een zeker aanzien en fortuin, zeker na het huwelijk van Blankenheym met Louisa Helmich, dochter van een jonkvrouw uit het geslacht van Middachten, vrouwe van Baak. Blankenheym was in 1919 lid van de gemeenteraad en van 1923-’33 vrijwillig ambtenaar op de secretarie van het gemeentehuis.
Het achterste, linkergedeelte van het pand is in 1906 aangebouwd in opdracht van de familie Blankenheym. Zij verwachtten familieleden uit Indië en wilden daarvoor voldoende ruimte hebben. De verhoudingen in dit deel van het pand, dat nu zelfstandig bewoond wordt, zijn anders, huiselijker en eleganter dan in het voorhuis. In het achterste gedeelte zijn ook meer gedetailleerde versieringen aangebracht, passend bij de tijd waarin het werd gebouwd. In dat deel van het huis bevindt zich tegenwoordig een boekenkamer in de voormalige kluis uit de tijd van de Boerenleenbank. Daaronder is een kelder met drie booggewelven, die haast een crypte onder een kerk lijkt.
In het archief van de familie Colenbrander, die op Reuversweerd woonde in die jaren, bevindt zich een bidprentje voor Ernestine Caroline Judith Maria Blankenheym uit 1914. Zij stierf op 13-jarige leeftijd, haar moeder overleed een jaar later. De andere 3 dochters en 2 zonen van de familie bereikten wel de volwassen leeftijd.

De jongste dochter van Blankenheym, Caroline, kwam in de jaren ’90 nog eens in haar ouderlijk huis op bezoek. Ze zei bij die gelegenheid dat ze vond dat het huis mèt luiken zoveel mooier was, anders was het zo’n “kale kast”. Zij was zo gehecht aan het huis waar ze opgroeide, dat de rouwstoet bij haar overlijden in 2001 op haar verzoek nog even langs het huis is gereden en ervoor stil heeft gestaan.
Op zolder is nog steeds het voormalige meidenkamertje. Daar is aan een kast nog te zien dat hier een leerling-timmerman heeft geleerd hoe hij een schuin kantje moest maken.

Polderhuis

Van 1950-’59 was het huis een kantoor van de Boerenleenbank. Het pand zou gesloopt worden voor een nieuwe woonwijk, maar gelukkig zocht het Polderdistrict Brummen-Voorst kantoorruimte. Van 1960-’83 is het kantoor van het polderdistrict geweest, daarom is het voorhuis met wapens versierd in de hal. Het is ook de reden dat veel Brummenaren het huis ‘Het Polderhuis’ noemen. Er is in die tijd geprobeerd het huis chiquer te maken door een zeventiende-eeuwse schouw in de vergaderzaal in te bouwen en glas-in-lood-raampjes in de deuren te maken. Op de eerste etage was de woonruimte van de poldersecretaris.
Bij de verbouwing van woon- naar kantoorfunctie zijn er onomkeerbare dingen gebeurd met het pand, vooral binnen is het huis ontdaan van alle originele negentiende-eeuwse elementen. De gehele indeling is gewijzigd, waarbij de centrale gang is verdwenen en het pand inwendig een kwartslag is gedraaid. Zo zit de voordeur nu in de westgevel (Zutphensestraat), terwijl deze vroeger aan de zuidgevel (kant van de Van Hogendorpstraat) zat. De tuindeuren aan de achterzijde zijn verwijderd en aan de zuidkant is een balkon geplaatst waar vroeger een raampartij zat. Ook de vier karakteristieke schoorstenen die het huis sierden zijn vervangen door moderne varianten. Wel is er in die tijd moderne elektriciteit en verwarming aangelegd. Maar ook de ramen op de eerste etage zijn toentertijd vervangen door horizontaal schuifbare metalen kozijnen die men in de jaren ’60 veel gebruikte. In deze periode zijn er, naast de luiken, boven alle ramen zonneschermen aangebracht. De huidige bewoners hebben de metalen kozijnen alle weer vervangen door houten kozijnen van hetzelfde type als die op de begane grond.
Vanaf 1983 bewoonde D. Brussaard het huis. Hij was een homeopathisch arts, die er ook praktijk hield. Als laatste in de rij voor de huidige bewoners werd het huis deels bewoond en deels als opslagruimte gebruikt door de heer en mevrouw Stekelenburg, eigenaars van camping de Vinkenweide in Brummen. Het voorhuis gebruikt de familie Stekelenburg voor opslag van hun verzameling jukeboxen. Om deze op de eerste en tweede etage te kunnen krijgen was intern een bouwlift aangebracht, dwars door alle plafonds.

Gerestaureerd

In 1994 is het hele pand aangekocht door de huidige bewoners, die het hebben gesplitst in twee woonhuizen, met een brandwerende muur ertussen. Daarnaast zijn alle nutsvoorzieningen gesplitst en is het kadastraal gescheiden. De constructie en het stucwerk van de plafonds in het voorhuis zijn gerestaureerd, een keuken en wc aangelegd en een badkamer ingebouwd. Het achterste deel was door de familie Stekelenburg al gedeeltelijk gerestaureerd. Zo was het zeil verwijderd uit de gang en de mooie zwart-witte tegelvloer daar in ere hersteld.

Met dank aan Riet Kok

Dit verhaal is ook opgenomen in het boek: “Een kijkje achter de deur van.. monumenten in de gemeente Brummen”.

Te koop via deze site.